
Meneer Zee
In het gewone leven ben ik Jan De Maeyer. Doordat mijn vader schrijver was, ben ik opgegroeid te midden van schrijvers, illustratoren en uitgevers. Ik was de stilste thuis, en dat maakte van mij meteen de beste luisteraar. Bovendien heb ik mij in mijn jeugd altijd verschrikkelijk verveeld, en zo ontwikkelde ik mijn grootste troef: de fantasie. Ik begon te vertellen op mijn achttien jaar en verstond na veel vallen en opstaan de kunst om mensen te leren genieten van verhalen. Ik schreef ook twee kinderboeken en bracht een cd uit met Meneer Zee en de Bonken. Maar ik maakte de laatste twintig jaar vooral vertelvoorstellingen, vaak gebaseerd op mijn zelfverzonnen verhalen.
Ik vond in het archiefmateriaal flarden van een verhaal over Geraard De Cremer. Die zou zich ontfermd hebben over een kind dat ‘het Blommeke van Leuven’ werd genoemd. Ze werd meegenomen uit de bossen van Leuven na een tweegevecht waarbij haar vader omkwam. Nu wil het verhaal dat de zoon van de overwinnaar, een Spaans officier, later op haar verliefd werd. Hij hielp Mercator toen hij nog gevangen zat in de waterburcht van Rupelmonde, en vluchtte nadien met hem en met het ‘Blommeke’ naar Duitsland.
Dit is de basis van mijn verhaal, dat ik heb doorspekt met andere verhaalelementen uit de archieven, zoals stalkaarsen, betoverde koeien, nachtkoetsen, spookduiven of zwarte honden.